Lactose-intolerantie
Ken jij iemand die geen melk kan verteren? Zo ja, dan heeft die persoon waarschijnlijk lactose-intolerantie: een aandoening waarbij het lichaam lactose niet of moeilijk afbreekt. De aandoening is te wijten aan een gebrek aan het lactase-enzym, dat lactose kan splitsen waarna het kan worden opgenomen in het bloed (als glucose en galactose). Men spreekt daarom ook van lactasedeficiëntie. Welke types lactasedeficiëntie bestaan er zoal? Men onderscheidt drie varianten:
- primaire lactasedeficiëntie
Zoals je weet voeden jonge zoogdieren zich met moedermelk. Deze moedermelk is rijk aan lactose. Bij de geboorte ligt de productie van het lactase-enzym hoog, wat toelaat de lactose in de melk te verteren. De productie van lactase neemt bij de meeste zoogdieren (inclusief de meeste mensen) af na het zogen, zodat ze als volwassen dieren lactose-intolerant zijn. Men spreekt ook van primaire lactasedeficiëntie. Dit kenmerk is genetisch bepaald.
Sommige mensen behouden als volwassene het vermogen om lactase te produceren. Dit kenmerk is eveneens sterk genetisch
bepaald en wordt lactasepersistentie genoemd. Het ontstaan ervan kan historisch verklaard worden. Mensen met lactase-
persistentie zijn typisch afstammelingen van bevolkingsgroepen die traditioneel melk dronken. In tijden van hongersnood
hadden individuen met lactasepersistentie in deze groepen een selectief voordeel, waardoor de genen voor lactasepersistentie
zich konden verspreiden. Studies tonen aan dat lactasepersistentie op die manier verschillende keren onafhankelijk is ontstaan
bij verschillende bevolkingsgroepen die melk dronken. Primaire lactasedeficiëntie komt dan ook het vaakst voor bij bevolkings-
groepen waarvan de voorouders géén melk dronken. Zoals blijkt uit de variatie in het voorkomen van lactose-intolerantie blijkt
primaire lactasedeficiëntie de normale toestand te zijn bij de mens en is lactasepersistentie veeleer de uitzondering op de
regel.
bepaald en wordt lactasepersistentie genoemd. Het ontstaan ervan kan historisch verklaard worden. Mensen met lactase-
persistentie zijn typisch afstammelingen van bevolkingsgroepen die traditioneel melk dronken. In tijden van hongersnood
hadden individuen met lactasepersistentie in deze groepen een selectief voordeel, waardoor de genen voor lactasepersistentie
zich konden verspreiden. Studies tonen aan dat lactasepersistentie op die manier verschillende keren onafhankelijk is ontstaan
bij verschillende bevolkingsgroepen die melk dronken. Primaire lactasedeficiëntie komt dan ook het vaakst voor bij bevolkings-
groepen waarvan de voorouders géén melk dronken. Zoals blijkt uit de variatie in het voorkomen van lactose-intolerantie blijkt
primaire lactasedeficiëntie de normale toestand te zijn bij de mens en is lactasepersistentie veeleer de uitzondering op de
regel.
- secundaire lactasedeficiëntie
Deze vorm is niet genetisch, maar is het gevolg van een medisch probleem waarbij er schade optreedt van de dunne darm (de plaats waar het lactase-enzym gesecreteerd wordt). Van alle enzymen is lactase één van de gemakkelijkste om te verliezen en één van de moeilijkste om te regenereren. Mogelijke oorzaken van lactasedeficiëntie zijn een darmontsteking, overmatig gebruik van alcohol of antibiotica, HIV en chemotherapie.
Doordat de lactose niet verteerd wordt gaat het fungeren als osmotisch laxeermiddel, wat de opname van water bevordert en resulteert in buikpijn en diarree. De lactose kan ook gebruikt worden als voedingsbodem door gasproducerende bacteriën wat resulteert in spijsverteringsstoornissen en een doorgedreven winderigheid. - aangeboren lactasedeficiëntie
Deze vorm is vrij zeldzaam en is het gevolg van een genetische afwijking. Symptomen zijn een waterige diarree na de opname van melk of moedermelk. Het vormt een belangrijk risico voor wiegendood.
Wie lactose-intolerantie heeft kan de symptomen ervan vermijden door alle voedselbronnen met lactose te weren. In eerste instantie gaat het hierbij over zuivel (melk en afgeleide producten). Lactose wordt echter ook toegevoegd aan veel voedingsmiddelen als voedseladditief en in medicijnen als dragerstof, waardoor mensen met een lage tolerantie-grens ook hiervoor alert moeten zijn. Lactose-intolerantie is nog iets anders dan een melkallergie, waarbij er een immuunrespons optreedt als reactie op eiwitten in de melk.
Mensen die omwille van deze of andere redenen geen zuivel consumeren beschikken over voldoende alternatieven voor zuivel om gezond te kunnen functioneren. Net zoals het voorkomen van lactasepersistentie is de mate van melkconsumptie in onze regio veeleer uitzonderlijk. Overmatige melkconsumptie wordt door wetenschappers in verband gebracht met vaak voorkomende chronische westerse aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, kanker en osteoporose.
Filmpjes (als uitbreiding)
- animatiefilmpje over lactose-intolerantie
- filmpje over lactose-intolerantie en de evolutie van de menselijke vertering
|
|
Bronnen
- Swallow D.M. (2003) Genetics of lactase persistence and lactose intolerance. Annu Rev Genet, 37: 197-219
- Tishkoff S.A. et al. (2009) Convergent adaptation of human lactase persistence in Africa and Europe. Nat Genet, 39(1): 31-40
- N.N. (2014) Hoofdstuk 3: Biochemie en gezondheid (lactasedeficiëntie). Internet, (http://kern.deboeck.com/public/index.php?module_id=00000000009&rec_id=00000007626_00000005743)
- Melnik B.C. (2009) Milk -- the promotor of chronic Western diseases. Med Hypotheses, 72(6): 631-9
- N.N. (2014) Population nutrient intake goals for preventing diet-related chronic disease. Internet, (http://www.who.int/nutrition/topics/5_population_nutrient/en/index25.html)